Kevers en boktor

Insecten in hout: beoordeling en bestrijding

Verschillende insecten, zoals boktor, komen in hout voor en voeden zich ermee. Van deze insecten (vaak ook houtwormen genoemd) kunnen enkele soorten het hout ernstig aantasten en dit soms ook verzwakken. Deze moeten we bestrijden. Daarentegen veroorzaken andere soorten nauwelijks enige schade. Verder tast niet ieder insect even makkelijk een bepaalde houtsoort aan. Of ze zitten vooral in hout waarin ook schimmels voorkomen. 

Houtaantasting door insecten 

Insecten zijn een lagere groep van dieren. Sommige daarvan, veelal boktor, komen in hout voor en voeden zich ermee. Kenmerkend voor deze insecten is dat ze tijdens hun leven van gedaante veranderen: het jonge dier (larve) verandert vroeg of laat in een volwassen dier (kever). Beide lijken in de verste verte niet op elkaar. Vrouwelijke kevers zetten hun minuscule eitjes af in scheurtjes en openingetjes in het houtoppervlak. Uit deze eitjes ontstaan larven. Het zijn deze larven die hout vreten: zij boren gangen in het hout om zich ermee te voeden. Daarbij laten ze boormeel (uitwerpselen) in de gangen achter. Het zijn de vretende en borende larven die maken dat hout gewicht en sterkte verliest. Als de larve volgroeid is, vaak na één tot vijf jaar, knaagt hij zich een weg tot dicht onder het hout-oppervlak. Daar vormt de larve zich om tot een volwassen insect (kevers zoals de boktor). De kever verlaat het hout, hij vliegt uit, door daarin een gaatje te knagen: de uitvliegopening. Het uitvliegen gebeurt meestal in het voorjaar of de zomer. De uitgevlogen kevers eten niet, ook niet van hout. Wel paren ze, leggen weer eieren en sterven. Dit alles vaak binnen enkele weken.


Welke insecten tasten het hout aan? 

In hout komen verscheidene insectensoorten voor. Maar niet iedere soort die we aantreffen, vraagt om (dezelfde) tegenmaatregelen. Rekening houdend met de maatregelen, kunnen we houtaantastende insecten als volgt indelen:


1. Insecten die we moeten bestrijden.

Tot deze groep van insecten behoren de drie meest voorkomende soorten: gewone houtwormkever, bonte knaagkever en de boktor. Meestal beperken de insecten uit deze groep zich tot het spinthout (het lichtgekleurde hout dat zit rondom de donkerder kern, het kernhout, van de boomstam). Maar enkele insectensoorten gaan soms verder: ze verspreiden zich ook door het kernhout als er in de houtsoort geen kleurverschil zit tussen spint- en kernhout (zoals bij vuren en dennen). Dan komt aantasting voor door de gehele houtdoorsnede. Dat is vaak ook zo als het hout door schimmels is aangetast. Vanaf een bepaalde ouderdom van het hout zijn zoveel voedings-stoffen verdwenen, dat het voor sommige insecten onaantrekkelijk is. Andere houden het in zeer droog hout, na installatie van een centrale verwarming, niet vol. Twee soorten uit deze groep van insecten, bonte knaagkever en de boktor, tasten hout soms zodanig aan dat het zijn sterkte verliest.


2. Insecten waarvan bestrijding overbodig is.

Het gaat om insecten die eenvoudig met het hout uit het bos zijn meegekomen. Ze blijven niet in leven in gezaagd en verwerkt hout, maar de uitvliegopeningen die ze in hout achterlaten lijken op die van andere, wel schadelijke insecten. Een deel van de larven kan zich in pas verwerkt hout nog omvormen tot volwassen insect en daarna uitvliegen. Maar de uitgevlogen insecten kunnen hun eieren niet afzetten in het hout dat in gebouwen is verwerkt. Verdere aantasting blijft dan ook uit en tegenmaatregelen zijn overbodig. De insecten uit deze groep zijn niet zeldzaam.


3. Insecten waarvan we de schimmels die ermee samengaan, moeten bestrijden.

Deze groep omvat insectensoorten die uitsluitend leven in vochtig, rottend hout. Het gaat om de snuit-kever (Pentarthrum huttoni) en de heipaalkever (Nacerdes melanura). Droog hout zonder schimmel-aantasting (houtrot) kunnen ze niet aantasten. Maatregelen tegen deze insecten bestaan uit het vervangen van hout met schimmelaantasting en het drogen van vochtig hout. Meer is niet nodig. De insectensoorten uit deze groep zijn zeer zeldzaam. 


De aanpak: beoordelen en bestrijden

In de aanpak van insectenaantasting staat één ding voorop: een nauwkeurige beoordeling van het probleem. Onmisbaar daarin is een juiste bepaling van de soort: welk insect is het? Verder moet de omvang en de mate van de aantasting duidelijk zijn: is het plaatselijk of wijd-verspreid, beperkt of ernstig? Ook belangrijk is de vraag of de insecten actief zijn, of dat er geen levende dieren meer voorkomen. Dit alles moet duidelijk zijn vóór we tegenmaatregelen nemen. Schakel daarvoor Han Schorfhaar in voor onze professionele hulp. Onze aanpak bestaat uit de volgende vier stappen 


Insectensoort bepalen

Afhankelijk van de insectensoort moeten we bestrijden, is dat overbodig of moeten we de ermee verbonden schimmels bestrijden. Verder moeten we verwarring uitsluiten met andere insecten. De dieren zelf zijn vaak moeilijk te vinden: volwassen insecten (kevers zoals de boktor) leven niet meer dan enkele weken in voorjaar of zomer. En ze zijn zo klein dat ze nauwelijks opvallen. Zeker waar het donker en stoffig is, maar ook waar men goed schoonmaakt. Goed zoeken rond vensteropeningen of in de kieren van vloeren levert soms wel kevers op. Maar meestal moeten we de insectensoort vaststellen aan de hand van: 

. de houtsoort en zijn toestand (loof- of naaldhout, wel of geen schimmelaantasting);
. de vorm en diameter van de uitvliegopeningen;
. de aanwezigheid van boormeel en zijn kleur, vorm en samenstelling;
. de vorm en diameter van boorgangen (alleen zichtbaar na blootlegging met een scherp voorwerp).

Alleen een ervaren bestrijder of adviseur, zoals Ongediertebestrijding Twente, kan de insectensoort (bijvoorbeeld de boktor) nauwkeurig vaststellen. 


Activiteit en schade beoordelen

Er is alleen iets aan de hand als in het hout levende larven voorkomen: een actieve aantasting. Uiteraard moet het daarbij om een soort gaan die zich in gebouwen kan handhaven. Maar veel aantastingen zijn niet-actief. Daarvoor zijn verschillende oorzaken: door toedoen van vijandelijk insecten, door eerdere bestrijdingen of door een geleidelijke achter-uitgang van de voedingswaarde van het hout. Ook in zeer droog hout, alleen in centraal verwarmde gebouwen, zijn aantastingen soms niet meer actief. Een ervaren persoon kan de activiteit herkennen aan nieuwe uitvliegopeningen, die opvallen door een schone, lichtgekleurde binnenkant. Verder wijst boormeel op of onder het hout op activiteit. Bedenk wel dat boormeel ook kan vrijkomen door het belopen van trappen of door andere trillingen. En verder: tot ongeveer drie jaar nà een geslaagde bestrijding kan nog boormeel vrijkomen. Bestrijdingsmiddelen doden namelijk niet alle larven in één keer, maar doen dat geleidelijk over meerdere jaren.


Het beest is er geweest

In oude gebouwen zijn veel aantastingen,vooral van de gewone houtwormkever en de bonte knaagkever, niet meer actief. In het hout zitten dan geen levende larven meer. Bestrijding is dus overbodig. Maar in hout waarin weinig larven leven, is de activiteit soms moeilijk met zekerheid vast te stellen. In waardevol (kerk)meubilair valt een stel nieuwe uitvliegopeningen, en dus de activiteit, makkelijker op als we de bestaande openingen voorzichtig met bijenwas vullen.